Copilot: Computer use AI

De Computer Use-functie in Microsoft Copilot Studio geeft AI-agenten de mogelijkheid om applicaties te bedienen via de gebruikersinterface – net zoals een mens dat zou doen. Denk aan handelingen zoals klikken op knoppen, navigeren door menu’s of gegevens invullen in formulieren op het scherm. Het grote voordeel: deze AI kan ook werken met systemen die geen API aanbieden, zolang er maar een grafische interface is. Alles draait op Microsofts eigen infrastructuur, dus organisaties hoeven geen aparte servers of installaties te beheren. Daarbij blijven gevoelige gegevens binnen de Microsoft Cloud en worden ze niet gebruikt om AI-modellen verder te trainen – een belangrijk punt voor bedrijven die waarde hechten aan dataprivacy.

Een concreet voorbeeld: stel, je gebruikt een boekhoudsysteem dat alleen via een desktopapplicatie werkt en geen API heeft. Met Computer Use kan een AI-agent automatisch facturen invoeren, klantgegevens opzoeken of rapportages exporteren – allemaal door het scherm te ‘lezen’ en te bedienen zoals een menselijke gebruiker dat zou doen.

Een ander voorbeeld komt uit de HR-praktijk: denk aan een recruiter die vacatures moet invoeren in meerdere externe jobportalen, elk met een eigen interface en zonder koppelingsmogelijkheden. Een AI-agent met Computer Use kan die invoer overnemen, de velden invullen, documenten uploaden en publicaties afronden – volledig geautomatiseerd en foutloos.

Hoewel zowel RPA (Robotic Process Automation) als Computer Use AI (CUA) draaien om automatisering, zit er een duidelijk verschil in hoe ze werken – en waarvoor ze het best geschikt zijn. RPA is gebaseerd op vaste processen. Het voert repeterende, voorspelbare taken uit door menselijke handelingen na te bootsen, stap voor stap. Denk aan het openen van een Excelbestand, data kopiëren en plakken in een ander systeem, of rapporten genereren. Het werkt perfect zolang de workflow niet verandert.

AI (Artificial Intelligence) daarentegen is niet proces-, maar datagedreven. Het leert van informatie, herkent patronen en neemt zelfstandig beslissingen. AI is inzetbaar bij complexere vraagstukken waarbij inzicht, interpretatie of flexibiliteit nodig is.

Computer Use AI zit daar precies tussenin. Het combineert het gestructureerde karakter van RPA met de adaptieve intelligentie van AI. Zo kan het niet alleen repetitieve taken uitvoeren, maar ook omgaan met kleine wijzigingen in de gebruikersinterface – iets waar traditionele RPA vaak op vastloopt. Bijvoorbeeld: als een knop op een andere plek verschijnt of een veld tijdelijk anders heet, kan Computer Use AI zich daaraan aanpassen zonder dat het hele proces crasht. Deze hybride aanpak maakt het uitermate geschikt voor organisaties die willen automatiseren in dynamische omgevingen, zonder telkens regels en scripts te hoeven aanpassen.

De komst van Computer Use AI binnen Copilot Studio opent de deur naar slimmere en flexibelere automatisering. Organisaties kunnen hiermee processen sneller, nauwkeuriger en op grotere schaal aanpakken – zonder complexe infrastructuurwijzigingen. De belangrijkste voordelen op een rij:

De introductie van Computer Use in Microsoft Copilot Studio voelt als een kantelpunt in de evolutie van automatisering. Waar we tot nu toe vaak afhankelijk waren van API’s en rigide processen, maakt deze technologie het mogelijk om AI-agenten direct met gebruikersinterfaces te laten werken – net als een mens. Dit opent de weg naar het automatiseren van taken in zowel moderne als verouderde systemen, zonder ingrijpende technische aanpassingen.

Voor bedrijven biedt dit enorme kansen: hogere efficiëntie, lagere kosten en meer ruimte voor medewerkers om zich te richten op betekenisvoller werk. Wat mij betreft is dit niet zomaar een handige tool – het is een glimp van hoe automatisering er in de toekomst uit gaat zien: slimmer, flexibeler en breder inzetbaar dan ooit.